De reden van mijn grote ontgoocheling na de wedstrijd (en de voorbereiding) is eigenlijk meer dan gewoon één verloren wedstrijd of één moeilijk seizoen (het zijn er zelfs twee met een derde in de maak, maar soit).
Het zit hem voor mij wat in de algemene evolutie van Zulte Waregem in de laatste paar jaar. Ik probeer mijn aanvoelen van die evolutie even onder woorden te brengen:
Bottom line is: Ik mis de laatste paar jaar gewoon heel erg de identiteit van Essevee in spel en beleid waar ik de jaren daarvoor zo hard van genoten heb.
Ik herinner mij nog levendig het tijdperk waar we erg leuk, attractief kick-and-rush omschakelingsvoetbal speelden. Dury werd geroemd bij supporters en analisten omdat hij met een selectie mindere goden een stevig georganiseerd blok kon neerzetten in combinatie met type-spelers voor pijlsnelle counters (Berrier, Hazard, Leye, Habibou, Chevalier, Nfor, ...). Onze scouting was met succes georganiseerd om die type-spelers te ontdekken. Bij elke charge uit de loopgraven veerde ons thuispubliek op om de dolle honden als Nfor, Chevalier en Habibou met het schuim op de lippen de diepte in te jagen op de splijtende pas van enkelingen als Berrier en Hazard die er voetballend bovenuit staken en de ploeg lieten renderen.
Dury werd vanwege die speelstijl verguisd bij 'de grote jongens' en elitaire analisten omdat Essevee 'de bus parkeerde met betonvoetbal van stortbeton Declercq'. Onmondige en traag opbouwende ploegen liepen hier steevast in de val. Wij supporters verheugden ons na afloop van de match al op de gefrustreerde reacties van Hein's en Conceição's. Gent was in die periode het voorbeeld van zo'n wannabe voetballende topploeg die we als 'zwarte beest' vaak in onze gehaktmolen draaiden. Eigenlijk kwam geen enkele G5 ploeg hier graag voetballen. Onze thuisreputatie als 'reuzendoder' was het handelsmerk van dat tijdperk met de Gouden Schoen van Hazard en het vice-kampioenschap als apotheose.
Sindsdien hebben Dury en Essevee die filosofie gaandeweg verloochend. In het post-Decuyper tijdperk waren we plots een 'playoffséén-ploeg' geworden dat met 'mooi, verzorgd voetbal' het vuur aan de schenen zou leggen van de topploegen. Onze kersverse status van G6 ploeg was de norm geworden.
Dury heeft er sindsdien ook een persoonlijke queeste van gemaakt om zichzelf te verlossen van zijn reputatie als 'trainer van een boerkesploeg dat resultaat voetbal bracht, maar geen materiaal was voor een goed voetballende G5-ploeg'.
De mislukte passages en sollicitaties bij Gent, Brugge, Anderlecht en Lille hebben die persoonlijke frustratie bij Dury verder gevoed. Hij wilde zichzelf heruitvinden. Vanaf nu was hij niet langer trainer maar coach. Chouchou Thorgan was het ultieme bewijs van zijn vernieuwde stijl. De gedisciplineerde drilmeester had plaatsgemaakt voor een warme coach die op paternalistische wijze jonge talenten kon ontwikkelen. Hij was de verlichte despoot van een opleidingsclub met verzorgd voetbal.
Dury wil zich als dusdanig profileren en daarin uitblinken, en dus verbind hij zich nu persoonlijk met het lot van die ene 'enfant terrible/ruwe diamant'. Meïté, Bongonda, Berahino, ... stuk voor stuk voorbeelden van Dury's 'ik ga van u ne groten maken' aanpak.
Alleen heb je voor 'mooi en verzorgd, opbouwend voetbal' een hele kern van dat caliber spelers nodig. Essevee kan zich financieel gezien slechts één Meïté of één Bongonda veroorloven en moet voor de andere posities dus op zoek naar heel creatieve oplossingen. Dit is waar Eddy Cordier elk jaar trots vertelt hoe hij voor een appel en een ei het elftal vervolledigt met een collectie onbekende afdankertjes en fin-de-carrière spelers. Op zich hoeft dat helemaal geen probleem te zijn, als het voetbal die je brengt deze realiteit accepteert (cfr. het stevig blok + omschakelingsvoetbal zoals hierboven beschreven). Ons nieuw 'verzorgd' voetbal legt echter de grote gebreken in de verdediging en het positiespel juist bloot, met een record aantal tegendoelpunten als gevolg.
Tot slot heb je, als je een opleidingsclub wilt zijn, ook een stabiele toestroom van talentvolle jeugd nodig. Ook hier is het project Thomas Caers Soccer School het bewijs dat Essevee niet de financiële slagkracht heeft om zo'n strategie succesvol te maken. Het alternatief is beloftevolle (Belgische) jeugdspelers op huurbasis naar hier halen, maar daar hebben we de gevallen Olayinka, Coopman en Leya Iseka die aantonen dat we er op lange termijn structureel niet beter van worden als we willen blijven investeren in het stadion en de omkadering van de club.
Ook qua spel is de dynamiek en werklust van welleer langzaam verdwenen om plaats te maken voor rust en controle. De nieuwe identiteit van Essevee resulteert helaas het soort traag, inspiratieloos gebrei op basis van balbezit en overwaaiende zwiepers vanop de flank. Bij balverlies zakt vervolgens dat kaartenhuisje in elkaar.
Het oude Essevee (of Sparta Petegem for that matter) zou van dit nieuwe Essevee met gemak préparé-du-chef gemaakt hebben. Het is daarom geen verassing dat juist ploegen als Antwerp, Charleroi en KV Mechelen met hun inzet, loopvermogen en overgave gevreesde tegenstanders geworden zijn.
Hoe het nu verder moet weet ik ook niet meteen te zeggen. Wat dat betreft ben ik gewoon maar een stuurlui aan wal die hoopt op beterschap en rekent op de vakkunde van het bestuur. Ik reken mezelf wel tot de groep supporters die lang vertrouwen en geduld heeft in de club en in Dury, maar na twee rampzalige seizoenen begint dat geloof in een goede afloop toch wat op te geraken. Ik merk steeds meer dat ik wat pessimistischer naar de zaken kijk.
Als ik dan na de match bij Dury grijsgedraaide dooddoeners hoor als "We zitten nu in de hoek waar de klappen vallen, maar we moeten verder blijven werken, vanaf morgen", vraag ik me af of de club nog voldoende zelfkritisch is over haar prestaties.
Erger nog, het laat misschien uitschijnen dat men er vanuit gaat dat de malaise gewoon 'tijdelijke pech' is en vanzelf wel over zal gaan ipv een structureel probleem in het beleid. Zet dit naast hetzelfde beleid van Berahino (Dury's nieuwe chouchou?), Deschacht (Cordiers nieuwste creatieve oplossing?) en het 'wannabe opbouwend voetbal' , en dan smaakt het toch wat naar oude wijn in nieuwe zakken.
Ik heb niet het idee dat er veel veranderd is, ondanks statements als 'we weten waar het fout loopt'. Het voelt gewoon als een verderzetting van de teneur van de afgelopen jaren waarbij de club deze tendens lijkt te minimaliseren. En vooral dat laatste baart bij zorgen.